Tags
Aleppo, Facebook, foto's, kinderen, Midden-Oosten, Project X Haren, Syrie
Door een merkwaardig toeval heb ik Syrische vrienden. Nou, ja, vrienden? Facebookvrienden. Of wij elkaar in het echt zouden mogen? Ik weet het niet…
Dat kwam zo: een jaar of drie geleden heb ik een reis door Syrië gemaakt. Ik wilde altijd eens een aantal van de archeologische vindplaatsen zien. Ebla, Oegarit en Palmyra. Zo kwam ik ook op plaatsen die niet veel later veranderden in slagvelden, Aleppo, Damascus en Latakia.
Tijdens mijn onderzoek naar de mensen achter Project X Haren kwam ik eens een foto tegen van de grote Omajjadenmoskee in Damascus. Ik zette er bij dat ik er eens geweest was en hem heel mooi vond. Dat leverde me meteen enthousiaste reacties op van Syriërs en zelfs vriendschapsverzoeken op facebook. Voordat ik het wist had ik nauwe betrekkingen met ‘Al Hur,’ het Syrische vrije leger. Eén van mijn ‘vrienden’ noemt zichzelf bijvoorbeeld Dara’a Soemoed: (de stad) Dara’a houdt stand).
Lijden in stilte
In Nederland hoor je weinig over de toestand in Syrië Er zijn met moeite journalisten binnengekomen, maar mijn indruk is dat het vooral weinig mensen in Europa interesseert. En dat terwijl er een oorlog bezig is, waarvan de uitslag wel eens bepalender voor het Westen zou kunnen zijn dan al die mogelijke Iraanse kernwapens bij elkaar. Het lijden is ongelofelijk. Wat begon met vreedzame demonstraties is uitgelopen op een strijd waarin niemand zijn leven zeker is en waarin burgers op gruwelijke wijze worden verminkt en vermoord. Eten, verwarming, zelfs de eenvoudigste benodigdheden ontbreken. Mensen slapen op straat.
Facebook als informatie
Misschien is het moeilijk een overzicht te krijgen van de exacte toestand in Syrië maar facebook toont de gruwelijkheid wel heel nauwkeurig. Syriërs gebruiken facebook om elkaar te informeren en ze doen dat opvallend openlijk. De angst voorbij.
Aleppo in Foto’s is een van de weinige voorzichtige sites en toont alleen foto’s van vernielde gebouwen. Bijschrift: ‘Dood aan de terroristen.’ Het is dan ook een pro-Assadsite. Een van de weinige die ik tegenkwam. De andere kant, die van de ‘vrijheidstrijders’ of ‘terroristen’ is ontzettend expliciet. ‘Nieuws uit de wijk Al zahra in Aleppo’ is zo expliciet als maar kan.
Er lijkt niet alleen een enorme wil om te winnen maar ook om alles vast te leggen. De misdaden van het regime. De slachtoffers. De wanhoop. “Kijk wereld! kijk en help ons.”
Vaak zijn foto’s getagd. Soms ook zie je jonge mannen lachend staan. Het woordje shahied verwijst er echter naar dat ze zijn gesneuveld en vaak staat er ook bij waar. Niet alleen om te herdenken maar ook om anderen te informeren. “Ahmed, je was niet alleen een martelaar en held maar ook mijn vriend. Ik zal je nooit vergeten.”
Op de foto’s strijders, ingestorte huizen, maar ook vrouwen met sniper riffles. Foto’s van bombardementen, uiteengerukte mensen, een steeg met tegen de ene muur allemaal dode mensen, een man met gebonden handen en een doorschoten hoofd. Een foto van een afgesneden hoofd in een papieren zak, waarin het bij de familie werd afgeleverd, blijkens het bijschrift. De foto’s zijn te gruwelijk voor woorden en ik zal ze niet laten zien.
Toeval in Hama
Tussen gruwelijke foto’s opeens ook afbeeldingen van de waterraderen van Hama ( bijschrift ‘ik mis je’ ). Geplaatst door iemand die er aan wil herinneren hoe mooi het daar was, in de plaats waar hij opgroeide.
Ik zat daar drie jaar geleden te eten in een restaurant, tegenover de raderen, nadat ik ze van dichtbij had bekeken. Hoe klein is de wereld?
Mijn ober vertelde me dat hij uit Ipamea kwam, een paar honderd kilometer verderop. Zijn moeder verkocht er nootjes bij de ruïnes van de oude romeinse stad. Ik kon mijn ober verzekeren dat zijn moeder alleen de beste kwaliteit nootjes verkocht, want ik had er zelfs nog een zakje van op zak. Moeder was dat kleine verschrompelde vrouwtje achter die handwagen waar ik ze had gekocht. Hoe klein is de wereld?
‘Ik daag je uit, Assad’
Wat voor foto’s zie je op die facebooksites? Dat is moeilijk te beoordelen. Sommige zijn duidelijk professioneel gemaakt maar veel anderen zijn gewoon met de mobiele telefoon geschoten. De vrijheidstrijders die zelf alles willen vastleggen. Een soort beeldkrant. Slachtoffers worden getagd door vrienden die hen op facebook herkennen. Zo weten ze van elkaar wie er nog leeft en wie niet. Groepen krijgers die zichzelf vastleggen voor de strijd. Een enkele krijgshaftige vrouw met mitrailleur: ‘ik ben arabier, ik ben Syriër, ik ben moslim en ik daag je uit , Assad met je barbaarse bende…’
Tussen die snel uit de hand geschoten foto’s zitten gruwelijke foto’s gemaakt in de spur of the moment. Sommige foto’s lijken me meesterwerken, een fotoprijs waardig.
Op veel tijdlijnen is de hele ontwikkeling van de oorlog te volgen. Van hele gewone gezinsfoto’s naar de demonstratie in de stad, met iedereen een vermomming over het gezicht, gemaakt van een Syrische vlag. Dan, het spuiten van leuzen om muren, slachtoffers, vervolgens wapens, gewapende strijd, verloren vrienden en familie.
Ten slotte de reflectie: wat gebeurt er in godsnaam met ons? Foto van een drukke vrolijke winkelstraat, met daaronder foto van dezelfde straat totaal verwoest. Foto’s van een vrolijke tiener op een feestje en dan dezelfde tiener totaal uit elkaar gerukt door een bom.
Kinderen in Syrië
Wat me het meest aangrijpt zijn de kinderen. Op een of andere manier moet ik daarbij vaak aan mijn ouders denken, die in zekere zin hetzelfde mee moet hebben gemaakt. De Hongerwinter in Holland ’45.
In Aleppo: twee bijna naakte jongens slapen ineen gestrengeld op een betonnen stoep. Zo proberen ze nog enigzins warm te blijven.
Hieronder een foto van kinderen in Aleppo, uit de Al Zahrawijk. Diegene die hem begin januari 2013 plaatste schreef er bij:
‘Omdat we er aan gewend raken om pijn en lijden te ervaren. Onze kinderen worden vroeg volwassen. Ze moeten zelf op zoek naar wat er overblijft aan warmte, op zoek naar takken van bomen.’
Let op de kleding van de jongens. Eentje heeft er zelf slippers aan met blote voeten. Het is winter. Enkele dagen later lag er sneeuw.
De foto hierboven foto is eigenlijk heel simpel. Een kind zit. Maar toch. De hele omgeving is verwoest door bom- of granaatinslagen. De houding van het kind vertelt boekdelen. Qua compositie had het een schilderij kunnen zijn. In alle eenvoud vertelt de foto een verhaal over gebeurtenissen die maar beter niet getoond kunnen worden.
Op deze foto staan twee kinderen op het balkon van hun huis. Het wasgoed hangt buiten. Niets aan de hand? Nee, natuurlijk niet, het hele huis lijkt een gatenkaas door alle kogelinslagen. Het vreemde – mag ik het zeggen? – is dat er ook een soort schoonheid in de foto zit.
Deze foto vertelt ook weer veel zonder het expliciet te tonen. Het kind dat een boterham eet terwijl het haar knuffel vasthoudt. Vaders hand beschermend op het hoofd. Heeft vader zelf wel wat te eten?
Er achter: huisraad. Angst en ontreddering op het kindergezicht. Wat gaat er gebeuren, waar gaan we heen? Het gezin is op de vlucht.
En voor wie niet kan vluchten blijft er niets anders over dan dit: schuilen bij elkaar. Zelfs midden op straat. Een prachtige foto die wat mij betreft zo een prijs verdient. Hij spreekt voor zichzelf.
En dan zijn er de slachtoffers. Verse graven bedekt met palmtakken. Het gezin treurt.
Vader die zijn kind de fles geeft op een vernield betonnen trottoir. Geen commentaar.
Omar uit Aleppo
De foto hieronder is duidelijk professioneel genomen. De omgeving rond het slachtoffer is in Photoshop onscherp gemaakt. Toch is het niet zomaar iemand. Het is Omar. En iemand kende hem, iemand die van hem hield, schreef dit gedicht over hem.
Ik hoop dat ik het een beetje goed vertaald heb. Ik werd er stil van.
Omar
Omar…Omar vertelt niet meer over de regen
Hij huilt niet onder het balkon naar de maan
Zijn betovering hield de klok niet tegen
En de muur… verkruimelde onder je handen
Je reist de draad der lust niet meer achterna…je ogen
Geen zoete zoenen meer
Het flirten heeft hij nooit gekend,
mijn getroubleerd erudiet lied over de hoop
Nog voor hij ‘mijn god’ kon zeggen
Keerde hij terug in een lijkwade