Tags
Al Matháf, Alexandrië, archeologie, Gaza, IDF, IS, Islamitische Staat, Israël, Jabalya, Jawdat N. Khoudary, Nimrod, Niniveh, oudheden, Palestina, Raz Kletter, Tiberias
Ik schreef dit stuk voor de Nieuwsbrief Groningen-Jabalya, die inwoners van Groningen informeert over hun zusterstad Jabalya in de Gazastrook.
Op 8 juli 2014 startte het Israëlische leger (IDF) de militaire operatie ‘Protective Edge.’ Er vielen ook dit keer weer veel doden en gewonden, maar ook werden er volgens het Palestijnse Ministerie van Religieuze Zaken 203 moskeeën en andere religieuze gebouwen beschadigd of vernield door bombardementen en beschietingen.
Volgens het Centrum voor Architecturaal Erfgoed (Iwan Center) van de Islamitische Universteit van Gaza bevonden zich hieronder tien monumenten, waarvan twee kerken en de opgraving van het Hilarionklooster. Eén van de beschadigde kerken, is de Grieks-Orthodoxe kerk van de Heilige Porphyrius in Zeitoun in Gaza-stad, die uit 1150 stamt.
In het oude stadshart van Jabalya werd de Al- Omari Moskee compleet verwoest. Dit was van oorsprong een Byzantijnse kerk uit de vijfde eeuw, gebouwd op een Phoenicische tempel. Sinds de zevende eeuw werd het gebouw gebruikt als moskee.
Volgens Israël bevonden zich in deze gebouwen wapenvoorraden. Zelfs als deze beschuldiging waar is, vormt dit geen rechtvaardiging voor de vernietiging van cultureel erfgoed. Het beschieten van religieuze en culturele gebouwen is een schending van het internationaal recht. Artikel 4 van de Conventie van Den Haag uit 1954 over de bescherming van Cultureel Eigendom stelt dat in geval van oorlog alle mogelijke voorzorgen moeten worden genomen om schade aan culturele eigendommen te voorkomen. Artikel 8 van het Statuut van het Internationaal Strafhof ICC rangschikt het met opzet uitvoeren van aanvallen op historische monumenten of op gebouwen die bestemd zijn voor religieuze doeleinden onder de oorlogsmisdaden.
Golf van vernieling en plundering
De recente vernielingen lijken geen toeval, ze maken deel uit van een patroon. Volgens het Institute for Palestine Studies — in een studie met de titel ‘Looting and Salvaging the Heritage of Palestine’ — zijn er in het totaal 12,216 archeologische sites in Palestina, waarvan er inmiddels duizenden zijn vernield of geplunderd door de bezetting.
Het Midden-Oosten vormt de bakermat van onze beschaving. De strijd om de vraag van wie die geschiedenis is, wordt voor een groot deel uitgevochten met archeologisch onderzoek, of juist door de vernieling daarvan. Saddam Hoessein bijvoorbeeld, stelde alles in het werk om het Babylon van Nebukadnezar in oude luister te herstellen, om zijn machtsaanspraken te rechtvaardigen.
Anderen vernietigen die geschiedenis juist, door gebrek aan interesse of met opzet, om eigen machtsaanspraken kracht bij te zetten. De wereld slaat momenteel de vernielingen van oudheden in het Midden-Oosten met afschuw gade. De terreurorganisatie IS trekt de aandacht met het vernietigen van oudheden in Irak. Niniveh –ooit de trotse hoofdstad van het Assyrische rijk – werd met bulldozers platgewalst. De overblijfselen van de oude steden Nimrud en Hatra werden met dynamiet opgeblazen. Oudheden in musea in Raqqa en Mosul werden demonstratief kapotgeslagen met mokers. Unesco veroordeelt de vernielingen terecht scherp als ‘oorlogsmisdaad.’
IS gebruikt de vernielingen als propagandamiddel en zet er filmpjes van op Youtube. Daardoor lijkt het alsof de terreurorganisatie de enige is die plundert en vernield. Toch is dit niet het geval. Vrijwel geen land in het Midden-Oosten blijft ervan gevrijwaard. In Egypte, Syrië, Irak, Libië en Palestina is het werelderfgoed vogelvrij, door de oorlogen en wetteloosheid die zijn ontstaan na de Arabische Lente. Deze maand nog wiste Egypte in Alexandrië heel Masraa el-‘Abd van de kaart, een opgraving uit Hellenistische tijd.
Ook Palestina ontkomt niet aan de ramp. Gaza is cultureel één van de oudste en rijkste gebieden van de wereld. In de oudheid was het een strategisch knooppunt tussen Egypte, Fenicië en de Arabische Golf. Gaza-stad is één van de oudste steden ter wereld en een kruispunt van culturen: Egypte, Romeinen, Byzantium en de Ottomanen hebben er hun sporen nagelaten. Gaza lag op de route die de farao volgde als hij op veldtocht ging naar het Midden-Oosten en de stad werd nog belegerd door Alexander de Grote. Gaza’s schepen zeilden over de hele Middellandse zee.
Je kunt in de Gazastrook dan ook bijna geen spade de grond insteken, of je stuit op oudheden. Helaas is er nog weinig aan archeologisch onderzoek gedaan in het gebied. Ondertussen verdwijnen die oudheden op grote schaal.
Bedreigingen
Er zijn allerlei bedreigingen voor de oudheden. De eerste is simpel: grond is schaars in de overbevolkte Gazastrook en er ontbreekt een krachtige overheid die de oudheden kan beschermen. Ook heeft het Islamitische Hamas weinig op met het niet-islamitische verleden.
Veel oudheden dreigen dan ook simpel te verdwijnen onder stadsuitbreidingen. Palestina heeft geen wet die archeologisch onderzoek verplicht – zoals dat in Nederland wel het geval is – voordat een bouwvergunning verstrekt wordt.
Daarnaast zijn er schatgravers en plunderaars die hun slag slaan. Oudheden zijn veel geld waard. Veel Palestijnen zijn arm – 66% leeft onder de armoedegrens – en dan vormt de verkoop van oudheden een aantrekkelijke inkomstenbron.
Maar er is nog een belangrijke reden: oorlog en bezetting. Veel vernielingen gebeuren al of niet opzettelijke door Israël.
Initiatieven om de geschiedenis van Gaza te redden
Pas in 1994 werd de Palestinian Antiquities Authority opgericht. Dit is de instelling van de Palestijnse overheid die toezicht houdt op de oudheden en die probeert vernieling daarvan te voorkomen. Sinds 1994 zijn er opgravingen verricht op zeven belangrijke sites, maar het ontbreekt aan geld om de belangrijke sites te bewaken.
In 2008 opende er in de Gazastrook voor het eerst een museum van enig belang. Al Math’af heet het, naar het Arabische woord voor museum. Het bevat zo’n 350 voorwerpen vanaf de bronstijd. Het museum ontvangt Zwitserse hulp van het Musée d’art et d’histoire in Geneve.
Meteen in 2008 al schoten Israëlische tanks er vanaf 300 meter enkele granaten in, maar gelukkig bleef de schade beperkt. Tijdens de oorlog van 2011 raakte het museum weer beschadigd
Directeur, Jawdat N. Khoudary probeert te redden wat er te redden valt aan oudheden, en vraagt bijvoorbeeld ook vissers hem de vondsten die in hun netten terecht zijn gekomen, te brengen. Dat leidt soms tot verlegenheid, zoals bij de vondst van de ‘Apollo van Gaza.’ Prachtig, maar kun je een naaktbeeld tonen in een Islamitisch land?
Khoudary heeft een voordeel: hij is één van de rijkste mannen van Gaza, en is bovendien eigenaar van een bouwbedrijf. Van zijn geld steunt hij ook een opgraving in Tell es-Sakan. De site dateert uit de vroege bronstijd (3300-2200 vC) en geldt als de oudst bekende fortificatie in Egypte en Palestina. Ook deze site werd in 2011 beschadigd tijdens ‘Operation Cast Lead.’
Een spoor van vernielingen
Zijn de vele beschadigingen van de Palestijnse geschiedenis door het Israëlische leger tijdens operatie Protective Edge toeval, ‘collateral damage,’of opzet?
De geschiedenis suggereert dat het geen toeval is. Het Israëlische leger heeft al een lange geschiedenis van vernieling van oudheden. Anders dan IS loopt het er echter niet mee te koop. Integendeel. Gelukkig is Israël een democratie en zijn er dappere Israëlische archeologen, historici en een vrije pers die de waarheid boven tafel proberen te krijgen.
Daardoor weten we dat de vernietiging van het Palestijnse verleden een strategie is, die vooral bij de stichting van de staat Israël in 1948 werd gevolgd. In 1948 werden niet alleen huizen en dorpen van verdreven Palestijnen opgeblazen – zodat ze er niet naar terug zouden kunnen keren – , maar ook de geschiedenis van het gebied. De Palestijnse dorpen gingen vaak terug tot op de bronstijd, zodat met hun verdwijnen, ook een millenniaoude topografie letterlijk van de kaart gewist werd. Ook daarna ging het vernietigen van de geschiedenis van Palestina door. Van de 160 moskeeën die er in het Palestijnse gebied stonden bij het afsluiten van de wapenstilstand in 1950, staan er nu nog veertig. Mash’had Nabi Hussein bijvoorbeeld, een moskee uit de elfde eeuw en voor moslims één van de heiligste plaatsen, werd in 1950 met dynamiet opgeblazen door het Israëlische leger.
Veel gebeurde in stilte, maar de dader van de vernietiging van Mash’had Nabi Hoessein is min of meer toevallig bekend: Moshe Dayan.
Dayan was een bekend militair en staatsman (1915-1981). Dat we weten dat hij verantwoordelijk was, kwam doordat de Israëlische soldaat en archeoloog Raz Kletter de vernieling nog tegen probeerde te houden. Kletter schreef er een brief over naar zijn superieur, stafofficier Yigael Yadin. De brief had echter geen effect en van de moskee bleef geen steen op de andere staan.
Het bleef niet bij het opblazen van moskeeën. Hele dorpen en historische plaatsen werden moedwillig vernietigd. Het museum van Caesarea, alle vondsten die de Universiteit van Chicago deed bij de opgraving van Megiddo, de collectie van de Griekse Patriarch, de zeldzame collectie van het Notre Dame Klooster en vele privécollecties werden geplunderd en vernield.
Zelf hele steden, gingen de lucht in. Alle ruines van de antieke stad Tiberias werden in 1948 systematisch opgeblazen, ondanks luid protest van archeologen. In Zir’in (nu Kibbutz Yizrael) werd een kruisvaarderkasteel opgeblazen, en van het monumentale fort Umm Khaled, bij Netanya, bleef alleen puin over. In 1950 werd bijna de hele oude stad Jaffa opgeblazen, een stad die al in oud-Egyptische verhalen voorkomt. Drieduizendjaar oude Hittitische reliefs, Romeinse oudheden, en zelfs Arabisch-joodse synagoges.
Kletter noemt Dayan dan ook een ‘onvermoeibare plunderaar van historische sites.’
Alles wat naar de oorspronkelijke geschiedenis of naamgeving van plaatsen verwees, moest worden uitgewist. Volgens Kletter raakte Dayan in de oorlog van 1968 zelfs gewond terwijl hij een site uit de Bronstijd aan het plunderen was in het Jordaanse Azor. Vooral na de veroveringen in 1967 kon Dayan zijn slag slaan in de toen nieuw veroverde gebieden.
Pas in 1978 kreeg Israël een wet die de handel in antiquiteiten verbiedt. Maar ook bij de officiële archeologie ging het niet veel beter. Bijna geen enkele opgraving werd wetenschappelijk gedocumenteerd. Meestal werd bovendien direct doorgegraven naar de ‘bijbelse laag,’ waarmee twee millennia geschiedenis bewust werd vernietig. Ook tegenwoordig is er veel onrust over de ‘opgravingen’ in en rond de Tempelberg in Jeruzalem, die gebeuren op een manier waarvan archeologen schande spreken.
Ook buiten het huidige Israël werd illegaal gegraven. In de jaren ‘70 –’80 van de vorige eeuw vond bijvoorbeeld er een grote opgraving plaats in Gaza door een Israëlisch team onder leiding van Trude Dothan in Deir al Balah. Onder dekking van het leger werden o.a. gouden juwelen en belangrijke sarcofagen ontdekt. Deze zijn nu te zien in het Israëlisch Museum, dat uiteraard ontoegankelijk is voor de bevolking van de Gazastrook.
Gezien zo’n patroon, lijken de vernieling van monumenten in de oorlog in 2014 geen toeval. Wat te denken van het verhaal van de vijftigjarige Jamal Abu Alian? Bijna zijn hele leven verzamelt hij al oudheden. Hij stelt ze al 32 jaar ten toon in een klein privémuseum, zoals er meer zijn in de Gazastrook, omdat er tot voor kort geen officieel museum was. Hij doet dat in het dorp Al Zanne bij Khan Yunnis in het zuiden van de Gazastrook. Hij verzamelde zo’n vijfduizend stuks, van de steentijd, Romeinse en Byzantijnse tijd tot de moderne tijd. Hij vertelt dat het Israëlische leger hem dwong zijn museum te verlaten toen het er een gesloten militaire zone instelde in 2011. Zijn topstukken – zo’n 10% – werden gestolen door het Israëlische leger. De rest werd moedwillig en zinloos vernield.
Geen filmpjes
Het erfgoed van Palestina is werelderfgoed. Ons erfgoed. Er zitten niet alleen prachtige kunstschatten in de grond, maar ook antwoorden op belangrijke vragen over het ontstaan van onze cultuur en godsdiensten. Alleen de vernielingen van IS lijken echter massale verontwaardiging op te roepen. Is dat terecht? Zeker, IS maakt als enige Youtubefilmpjes van hun vernielingen en diefstal. Maar betekent dat, dat we niet verontwaardigd over vernielingen en diefstal hoeven te worden als er geen Youtubefimpjes van zijn? Onzin natuurlijk. Het lijkt tijd voor wereldwijde actie om de oudheden in het Midden-Oosten beter te beschermen. Daarbij mogen de oudheden van Palestina niet worden vergeten.
Enkele bronnen:
‘Just Past? The Making of Israeli Archaeology,’ Raz Kletter (Equinox Publishing) 2005.
‘History Erased,’ in: Haaretz, 5 juli 2007
‘Museum Offers Gray Gaza a View of Its Dazzling Past,’ in: NY Times, 5 juli 2008
‘Pillaging of Gaza Antiquities an Archaeological Tragedy,’ in: AL Monitor 2011